Gokken bestaat al heel lang. Vroeger waren mensen aan het gokken met botjes van een hond of van een schaap. Maar er zijn ook muurschilderingen waarop we kunnen zien dat ze aan het gokken waren, heel vroeger. Ook tijdens de opgravingen van vroeger zijn er veel botjes gevonden. Deze zouden zomaar 40.000 jaar oud kunnen zijn. In China werd rond 1100 n. Christus het kaartspel gespeeld. Het was erg snel populair en in de 18e en 19e eeuw werd het alleen maar bekender. In de tijd van de Romeinen waren er al loterijen.
Vormen en historie van gokken
Op het moment van de Tweede Wereldoorlog ging de Nederlandse regering het verbieden dat er particuliere vormen van gokken plaats zouden vinden. Ook de Staatsloterij kreeg hierdoor problemen. Vanaf de jaren rond 1950 mocht het gokken pas weer en ging het beter met de Staatsloterij. Vanaf 1964 is dan ook de Wet op de Kansspelen aangenomen, hierin is de basis voor de Staatsloterij vastgelegd en deze kennen we nu nog. Toch was de lotto toen nog steeds verboden. Toen werd er in 1974 een wijziging doorgevoerd in de Wet op de Kansspelen zodat de lotto weer gespeeld mocht worden.
Patenten in 1905
Er is ook een patent aangevraagd op de fruitkast vanaf 1905. Dit was toen een machine met drie rollen die konden draaien. Dit apparaat gaf toen 90% van de inzet terug. Toen kwam ook het gokken op de paardenraces en ook dat was erg populair vanaf de 18e en de 19e eeuw. Het was echter in 1911 verboden, in 1945 werd het nog een keer verboden. Maar vanaf 1949 mocht er weer gespeeld worden.
Het gokken kent sowieso een lange geschiedenis van wel mogen spelen, niet mogen spelen, etc. Er worden continu regels aangepast en dat wordt nog steeds veel gedaan. Ook in deze tijd zijn er nog wijzigingen in de wet.